Glamping met je hond: waar moet je rekening mee houden?
Is jouw trouwe viervoeter ook wel toe aan vakantie en wil je hem graag met je meenemen naar de camping? In Europa zijn er voldoende glampings waar honden van harte welkom zijn. Maar waar moet je rekening mee houden als je harige huisgenoot meegaat? We zetten het voor je op een rijtje.
1. Het uitzoeken van een bestemming
De vakantiepret begint al met het uitzoeken van een leuke glamping. Als je één of meerdere honden mee wilt nemen, let er dan op dat huisdieren toegestaan zijn op je vakantiebestemming. Soms moet je een toeslag betalen voor je huisdier, maar dit is ook weer niet zo’n hoog bedrag dat een lening aanvragen noodzakelijk is. Let op: in sommige landen zijn bepaalde rassen niet toegestaan. In Frankrijk zijn zogenaamde ‘gevaarlijke’ honden, zoals (American) Staffordshire terriërs, Mastiffs, Tosa’s en honden die qua lichaamsbouw op deze rassen lijken, bijvoorbeeld verboden. Zelfs een doorreis met deze hondenrassen is niet toegestaan.
2. Ga je de grens over?
Sinds 2004 is het verplicht dat iedere viervoeter die over de grens gaat een Europees dierenpaspoort heeft en gechipt is. Bovendien moet je hond ingeënt zijn tegen hondsdolheid (rabiës). Als je harige medevakantieganger voor de eerste keer ingeënt wordt tegen deze ziekte, of als een eerdere inenting uitgewerkt is, moet je bovendien 21 dagen wachten voordat je op stap kunt.
3. Maak de reis zo comfortabel mogelijk
Honden mogen mee in het vliegtuig, maar de vraag is of je jouw hond hier een groot plezier mee doet. Vliegen met je viervoeter vergt nogal wat voorbereiding en het levert je huisdier behoorlijk wat stress op, die waarschijnlijk niet opweegt tegen het relatief korte vakantieplezier. Ga je met de auto op vakantie, dan dien je ook rekening te houden met een aantal zaken. Zo is het nooit veilig om je hond los in de auto te vervoeren. In sommige landen, bijvoorbeeld in Duitsland, kun je hier zelfs een boete voor krijgen. Zorg daarom voor een bench, een speciale gordel of een rek in de achterbak. Als jouw viervoeter nog niet gewend is aan lange ritten in de auto, of erg nerveus is tijdens het rijden, dan is het belangrijk om te oefenen. Schakel eventueel een professionele hondentrainer in. En informeer bij je dierenarts of het nodig is om je hond een kalmerend middel te geven, of misschien iets tegen wagenziekte.
4. Verkoeling
Mocht je naar een warme bestemming gaan, zet dan de airco aan, of koop een koelmat voor je hond. Een hond heeft het veel sneller warm dan jij en kan deze warmte bovendien slecht kwijt. Stop onderweg regelmatig even om de benen te strekken, wat water te drinken en een kort (aangelijnd!) wandelingetje te maken. Eenmaal aangekomen op de bestemming kan jullie vakantie beginnen!